Voor alles is een eerste keer, dus ook voor een Pinksterkamp in de noordelijke Nederlanden. De tijden dat nationalisten in het noorden door politie of linksen geïntimideerd moesten uitwijken naar Vlaanderen lijkt definitief voorbij.

Rond de zestig mensen bezochten enkele of alle dagen de prachtige locatie in de Brabantse Peel. Op vrijdag kwamen de eersten binnendruppelen en op zaterdag werd het al drukker en drukker. Op zaterdag- en zondagochtend werd er aan vorming gedaan, waarbij de nadruk nu eens niet lag op de voordracht, maar meer op de interactie van de deelnemers, dit leverde aanzienlijk meer respons op. Zaterdagmiddag bezochten wij een museum waar ook voor onze, helaas kleine groep, Duitsers een interessante tentoonstelling was ingericht. Op zaterdagavond konden we door het schitterende weer een groots kampvuur maken, maar niet nadat we een onderhoudende kwis hadden gespeeld waarbij de doe-opdracht hilarische momenten opleverde.

Zondag de traditionele wandeltocht, deze keer dus door de wonderschone Peel. En ’s avonds, oh wonder, voor de tweede keer tijdens één Pinksterkamp een kampvuur, weliswaar verstoord door een klein buitjes, maar toch. De sfeer bij het vuur was uitstekend, met prachtige zang en gitaarspel van onze onvolprezen Nederlandse bard.

Natuurlijk werd er gesport, gedronken en gegeten en vooral gelachen. Het eten was van uitstekende kwaliteit waarbij zelfs de Vlaamse lekkerbekken moesten toegeven dat er ook boven de Moerdijk goede koks zijn. Wilt u weten hoe de zelfgemaakte schnaps van Erland smaakte, vraag het de voorzitter.

Vooral de aanwezigheid van vele jonge Noord-Nederlanders heeft ons deugd gedaan en hun belofte volgend jaar weer van de partij te zijn doet ons nu reeds verlangen naar Pinksteren 1998!