Een groep Voorposters heeft het 11e Magyar Sziget (“Hongaars Eiland”) bezocht. Dit festival wordt jaarlijks georganiseerd door de HVIM (Hatvannégy Vármegye Ifjúsági Mozgalom / “de Jeugdbeweging van de 64 Graafschappen”) en wordt gehouden in Veröce, een plaats bijna 40 kilometer boven de hoofdstad Boedapest. Het festival gaat altijd door in het eerste weekeinde van augustus. Magyar Sziget is een festival dat een zeer divers publiek trekt. Voor het overgrote deel bestaat dit uit Hongaren; niet alleen uit het huidige Hongarije, maar ook uit de ontstolen gebieden die Hongarije zijn ontvallen na het dictaat van Trianon. Daarnaast zijn er kleine aantallen buitenlanders zoals Nederlanders, Vlamingen, Italianen, Spanjaarden, Polen en Kroaten. De Voorposters vertrokken zaterdagmiddag vanuit Vlaanderen en Nederland om zondagmiddag aan te komen op het festivalterrein. ‘s Avonds werden de eerste optredens gehouden.
Op maandag vertrok de groep voor een uitje richting de burcht in Visegrád. Om de burcht te bereiken moest de veerpont over de Donau worden genomen. De strategisch gelegen burcht was zeker het bezoeken waard, als was het alleen maar om het uitzicht. Na een versnapering op een terrasje werd de nabijgelegen rodelbaan aangedaan. Met grote snelheid storten de festivalgangers zich naar beneden.
De maandag is de dag dat terrein vol begint te stromen met bezoekers, tentjes werden opgeslagen en vriendschappen hernieuwd. Een van de concerten van maandagavond werd zelfs even onderbroken voor een huwelijksaanzoek.
De dinsdag stond in het teken van de buitenlandse gasten. Voorpost gaf in een goed gevulde zaal een presentatie over de organisatie. ’s Middags was er een discussie- en presentatieronde in de grote tent met enkele andere Europese nationalistische organisaties.
’s Avonds stond, als enige niet Hongaarse artiest deze week, de bekende Zweedse zangeres Saga geprogrammeerd.
Het festivalterrein ligt niet ver van de Donau. Deze rivier staat niet bekend om haar goede zwemwater. Dat weerhield de Voorposters niet van een duik in het water. Een woensdagmiddagje aangenaam vertoeven op een steiger was een welkome aanvulling op het drukke festivalterrein.
De grote tent stond donderdagmiddag in het teken van sport. Allereerst werden de nodige indrukwekkende kilo’s omhooggeduwd door breedgeschouderde Hongaren. Daarna was het tijd voor vechtsporten (K1, MMA). Een enthousiast en niet geheel onbevooroordeeld publiek moedigde de vechters aan.
’s Avonds traden de eerste ‘grote namen’ aan. Bands als Fejbor, Kárpatia en Romantikus Eröszak doen het altijd goed bij de Hongaarse nationalisten.
Vrijdagochtend vertrok de Voorpostdelegatie richting Budaörs naar de militaire begraafplaats. Hier liggen onder andere Vlaamse en Nederlandse Oostfrontstrijders begraven die vielen in de strijd tegen de communistische horden. Hier hebben we een korte plechtigheid gehouden en een krans gelegd ter herinneringen aan de Dietse gevallenen. Na het zingen van de nationale liederen vertrok de stoet richting Boedapest. Na een drankje splitste de groep zich. Een richting de binnenstad en de ander voor een boottochtje over de Donau.
De vrijdagavond stond in het teken van de Oi-concerten. Bekende Hongaarsnationalistische bands zoals Titkolt Elenállás traden op voor een zeer enthousiast publiek.
Op het grote middenveld van het festivalterrein werden op zaterdag demonstraties gegeven van traditionele gevechten. Het avondoptreden van Palmetta was goed te noemen. De groep speelt een geweldige mengeling tussen rock en folk.
De zondag was het tijd om het wat rustiger aan de doen. Een tent werd al opgeruimd en tassen gepakt. Enkele mensen uit de Voorpostgroep vervolgden hun vakantie, de meeste anderen gingen maandag op huis aan.
Meer foto’s zijn op onze Flickrpagina te bekijken.
Tevens hier.